Rust in mijn hoofd,
rust in mijn hart,
mijn lichaam is ontspannen.
Een verzachting,
een verademing
en een ontlading.
Er is weer ruimte
dus ik kan weer zijn.
Categorie: Gedichten
De diepte,
hoe langer ik graaf,
raak ik een keer uitgeput?
Hoe langer ik graaf,
naar een essentie van mijn eigen bestaan,
hoe meer ik het landschap om me heen vergeet.
Hoe langer ik graaf,
hoe dieper de put.
En wat heb ik uiteindelijk in die put te zoeken?
Ik moet soms naar de oppervlakte gaan,
om de rest niet te vergeten.
Wat heb ik aan een hartsteen
als ik zijn schoonheid niet kan delen.
In de zoektocht naar mijzelf,
ben ik niet de enige.
En ik kan maar beter niet alleen zijn.
De zon komt op,
de zon gaat onder.
Ik kijk uit het raam,
mijn hoofd steunend op mijn handen.
Ik zie ze voorbij gaan,
de dagen.
De een is nog niet voorbij,
of de ander staat al om de hoek.
Ze kunnen soms enorm vervelen,
of ze kunnen soms heel leuk zijn.
Maar dat komt en dat gaat.
Net als die zon.
Die toch altijd aan het hemel staat.
Ik ben onrustig,
kan mezelf niet plaatsen,
weet niet waar ik zitten moet.
Ik kijk naar de hemel en zie alleen maar blauw.
Blauw, wat moet ik met blauw?
Ik loop verder door het groene gras en zie een egel voorbij rennen.
Waar moet hij heen denk ik bij mezelf. Een feestje op Maria Hoeve?
Ik loop door tot het schemert
en kom tot de conclusie dat het al die tijd heeft geregend.
Mijn kleren zijn nat,
Een overdosis aan water gekregen.
En waar ik normaal zou stoppen ga ik nu een keertje door.
Een ritme tot in de oneindigheid.
Een tromgeroffel vanuit de diepte.
Ik zie je gezicht,
ik heb hem al een paar keer zien vandaag.
Gele ogen met een bruine pruik.
Ik vroeg me af waarom je je verkleed had.
Toen besefte ik me dat ik je maar verzonnen had.
Dingen gaan soms samen of dingen leven naast elkaar.
Soms voor een korte periode en soms te lang.
Als het te lang is merk je het vaak wel.
Ik moet denken aan de vaatwas.
Geen idee waarom.
‘Het zal het het woord vaker te maken
hebben gehad van hiervoor’.
Het brein,
het doet maar wat.
En als je het loslaat is het een wilde hond.
Is de controle zo belangrijk?
Of moet je jezelf lekker laten gaan.
Een stroom kan alleen maar stromen.
Het lijkt me sterk,
maar wie weet heb je hier iets aan.
Een lege vaas stond op tafel.
De orang-oetan begreep er niet veel van
en slingerde door de kamer.
Stoom kwam uit de tuit van de ketel
voor een voor een pot oolong thee.
Door de nevel stond ik voor mij uit te staren.
Te overdenken hoe ik tot dit punt was gekomen.
Ik had gewoon geluk,
was mijn conclusie.
Op mijn skippybal probeerde ik de oolong thee
naar de orang-oetan te brengen.
Dat lukte niet helaas.
Als wilde wulpse dieren,
hoofden tegen elkaar.
Een moment van stilte,
ik kijk je in je mooie ogen aan.
Ik zie ze, kijk er naar.
We gaan verder,
geen laag is ongeremd.
Wilde passie tot het ochtend gloren,
lusten nooit getemd.
Ik zie je in het donker,
ik zie je in het licht.
Een helderend verlangen,
ik ben er voor gezwicht.
We kussen,
tot de nacht weer donker wordt.
En dan zien we wel verder.
Loslaten van iedere spanning in het leven,
Het moment ervaren waardoor het moment ook het moment wordt.
De overgave,
los van de schaamte, de onzekerheid en alles wat je denkt te moeten zijn.
Vrijheid geven aan je eigen jij.
Een overgave aan wie je bent geworden.
Zonder dat je daar ooit werkelijk iets aan kon doen.
Geen gevecht,
je leven mag zo zijn.
Teer en kwetsbaar,
en daarmee de kracht van het sterkste metaal.
Onbuigzaam in je eigen jij.
Vrij om dat te mogen zijn.
En van daaruit weer flexibel.
Aan het eind van mijn verlangen,
er staat een paal.
Tot hier en niet verder maar ik zie een landschap.
Iets in me zegt, ik wil er heen.
Wat heb ik er te zoeken.
Ik ben tenslotte al aan het eind van mijn verlangen.
Maar kan het zo zijn dat de fantasie van het verlangen grenzen maakt?
Dat er uiteindelijk een bol is die rondjes draait
in de uitgestrektheid van oneindigheid?
En dat je meester bent van je fantasie
die het speelveld is van mogelijkheden?
Met je fantasie kun je alles maar ook beperken.
Het is altijd de keuze waarvoor je hem gebruikt.
Het maakt niet zoveel uit,
het leven zal geleefd worden.
Wanneer het je gegeven is,
is er uiteindelijk maar één uitkomst.
Je zal er niet meer zijn.
Aan het einde van de rit zal het voor iedereen hetzelfde zijn.
Je mag doen in je leven wat het gevolg is van wat is geweest.
Je eigen optelsom,
je eigen keuzes.
Je kiest wat voor dat moment in je verlengde staat.
Goed of slecht is moeilijk te bepalen.
Of is er misschien niet eens.
Of je nou top manager bent,
of je oplossing zoekt in de verdoving,
misschien wel slapend onder de brug.
Wie weet ben je met het laatste wel beter af.
Jouw leven is je leven
en dat zal nooit anders zijn.