Toen ik mijn kwetsbaarheid tegen kwam,
of misschien wilde ontmoeten.
Besefte ik dat ik ook een leven heb,
en me niet langer wil verstoppen.
Want wie je beste vriend is in je leven,
is je eigen jij.
En die mag er zijn,
en het is nog leuker om jezelf te leren kennen.
Jezelf de ruimte te geven,
die aan jou gegeven is.
Je kunt maar beter op gelijke voet staan,
met degene met wie je door het leven moet.
Want als je dat kunt doen,
ben je echt vrij.
Categorie: Gedichten
Een luchtigheid in je cellen,
de stroom van leven krijgt zijn vrijheid in je volledige zijn.
Geen remmingen,
niemand die je niet mag zijn.
Alleen jezelf,
want diegene is alles wie je bent.
De schaamte voorbij.
Je wordt niet geremd door nee, ik ben niet goed genoeg.
Je lichaam ontspant,
omdat je spanning van het vasthouden
aan een waanbeeld is vervlogen.
Hier en nu met alles wie je bent,
is iets waar ik zo lang naar gezocht heb.
En iets in me voelt,
dat ik steeds dichterbij kom.
Je druppelt langzaam uit mijn pen,
de wens om zachte woorden te vormen
op deze mooie ochtend.
Ik hoef niks dus er is tijd.
Tijd voor de romantische aanschouwing der dingen.
Deze ochtend staat voor aandacht voor mezelf.
Op de markt kocht ik volle rode kersen,
bij de bakker abrikozenbrood.
Op mijn mediterraan ogende balkon in de binnenstad,
omgeven door planten en kleurrijke bloemen,
nip ik van mijn koffie en luister ik naar de bellen van de kerk.
Ik adem diep in,
ruik de frisse lucht en adem langzaam uit.
Even hier zijn,
in de heerlijkheid van rust.
Je liep langs,
als een ochtendbries
in het landschap van de vergeten tijd.
Krullende wilde haren en een witte jurk.
Niet meer dan een schim
en toen ik je gezicht wou zien,
vervaagde je weer.
Heb ik je gekend?
Of was je niet meer dan een wens?
Ik ben al groot
want ik mag al prikkeltjes water.
Ik zie de maan,
ik kijk er nu al uren naar.
Hij is groot, rond en vol.
Als een pannenkoek aan de nachtelijke hemel.
De zoete geur van de teunisbloem,
die bloeit als het avond is,
is dan de ahornsiroop.
Op stille dagen,
als er even lekker niets is
en mijn fantasie de ruimte krijgt,
zie ik de wereld heel anders
en mag ik spelen met mijn mogelijkheden.
Een warm gevoel kriebelt in mijn buik,
iets opende zich net.
Een struisvogel liep over de savanne
en wist niet meer waar hij was.
Hij stak zijn kop in het zand
maar wist het toen helemaal niet meer.
Door het drama was ik vergeten
wat echt belangrijk voor me is.
Ik heb er zo lang naar gezocht
en nu ik het heb,
laat ik het niet meer door mijn vingers gaan.
Waar naar mijzelf,
ik leef mijn leven in vrijheid
in de volle stroom van mijn eigen zijn.
Geen weerstand omdat ik geen dingen meer doe
waarvan de reden niet de mijne is.
De onnatuurlijke kilheid en de afstand
van uitvindingen die voor mij niet nuttig zijn.
Daar neem ik afstand van.
Ik ga lekker spelen op mijn zelfgemaakte berg
of misschien heerlijk niets doen in het zachte gras.
Via opgestapelde hooibalen
klom ik naar de zolder van de hooischuur.
Door de stoffige nevel zag ik een verleden.
Het leven van iemand die ooit geweest was.
Een hobbelpaard, een skelter, een paar oude schaatsen.
Het raakte iets in me,
een gevoel van weemoed naar vervlogen tijden.
Of was het een herinnering?
Want al dat speelgoed was van mij.
Ik zag het hobbelpaard hoe niemand
hem ooit zal zien.
Ik kreeg een glimlach.
Blij met mijn tijd.