Door vlinders gedragen,
op blote voeten loop ik op
zachte roze wolken.
De dagen voelen vol
nu jij er bent.
Vol met fijne en goede dingen.
In mijn verlangen lig je in mijn armen
en lachen we op een uitgestrekte ochtend.
Met warme ontbijtjes
en soms wat licht gedoezel.
Ik hoop het
en ik voel het
dat we heel lang blijven.
Categorie: Gedichten
Ik adem in en voel de koude lucht
in mijn longen stromen.
Ik ruik de sneeuw
en beleef de ijlheid in de lucht.
De lucht voelt schoon,
alsof ik rust en ruimte in mijn borst krijg.
De zon is net opgekomen
en besneeuwde bergtoppen hebben een licht roze/oranje kleur.
Ik adem nogmaals in en neem alles in me op.
Ik was al vroeg op maar ik voel me vol energie.
Tijd om verder te gaan,
ik moet nog wel een stukje naar de top.
Ik neem een stap.
De sneeuw kraakt onder mijn voeten
en klinkt als bergmuziek.
Zo dichtbij.
De zon in mijn armen,
in het heetst van de strijd
ben ik je niet verloren
en nu heb ik je warmte vast.
Mogelijk, in een andere tijd,
zou ik het heel anders zien.
Het is het drama van de tijd.
Maar voor nu sta ik even stil
en lig ik met een grasspriet in mijn mond,
mijn armen achter mijn hoofd
te kijken naar de roze wolken vanuit het groene weiland.
De tuin in mijn hart staat weer open
en met de zon dichtbij mijn borst,
staat hij zo weer in bloei.
Vrij stromen,
in een oneindige rivier
van zacht fijn water.
Armen wijd,
blik naar de hemel,
volledig losgelaten.
Ik vertrouw op je,
je bent er altijd voor me geweest.
Soms ben je kalm,
soms ben je wild.
Met mijn ademhaling
beweeg ik met je mee.
Zodat we een symbiose zijn
van samen één.
Vrij stromen.
Laat een reactie achterVers gemaaid gras,
ik lig er midden in.
Armen en benen wijd gestrekt.
Volle overgave,
verbinding met de dingen om mij heen.
Ik ruik de groenheid in het gras.
Ik hoor muziek in het lied van vogels
en mijn blik drijft mee met de witte zachte wolken,
hoog boven me in de lucht.
Ik glimlach.
Niet door een gedachte maar gewoon,
door het fijne gevoel van er te zijn.
Gevlogen op de wind
en neergestreken op een plek
waarvan ik niet wist dat hij bestond.
Verdwaalt geweest,
genoten van de nieuwe uitzichten.
Bang geweest voor het onbekende
en de eenzaamheid.
Wie loslaat kan er goed aan doen
maar soms te ver drijven.
Gelukkig is er het anker,
de rode draad die verweven is met het leven.
Blind kan ik hem voelen
en wanneer ik voel,
vind ik mijn weg wel weer.
Op een knoestige houten stronk,
zit ik midden in het bos.
Omgeven door dennen, vogel geluiden
en onder mijn voeten het zachte mos.
Ik doe mijn ogen dicht,
adem diep uit
en voel de zachte regen vallen op mijn huid.
De frisheid van leven overvalt me,
de natuur zo simpel,
zo dicht bij mijn hart.
Als ik mijzelf even verloren voel,
kan ik hier altijd terugkomen,
voor weer een nieuwe start.
Geboren uit een sneeuwvlok
met de zachtheid en perfectie van de imperfectie.
Als gepolijste kiezels op de bodem
van een zacht kabbelende beek.
Een vogel vliegt weg,
een boot vertrekt.
Waar gaan we heen?
We weten het nooit echt.
Maar in de onzekerheid van het avontuur,
wil ik best berusting vinden.
De zon is opgekomen
en ik kijk er naar.
Op roestige banen gegleden.
Het waterpark had zijn glorie dagen gehad
en het duurde lang voor ik besefte dat hij al een tijd was gesloten.
Verval leeft met je mee
en als je eraan gewend raakt
zie je het niet.
In de verte hoor ik mensen schreeuwen,
ik hoor gelach.
De herinnering vervult me.
Ik adem uit en een traan rolt over mijn wang.
Waarom ben ik nog hier, denk ik
en ik begin te lopen.