Verder naar bericht

Auteur: admin

Gedicht #183

Ik ben onrustig,
kan mezelf niet plaatsen,
weet niet waar ik zitten moet.

Ik kijk naar de hemel en zie alleen maar blauw.
Blauw, wat moet ik met blauw?

Ik loop verder door het groene gras en zie een egel voorbij rennen.
Waar moet hij heen denk ik bij mezelf. Een feestje op Maria Hoeve?

Ik loop door tot het schemert
en kom tot de conclusie dat het al die tijd heeft geregend.

Mijn kleren zijn nat,
Een overdosis aan water gekregen.

En waar ik normaal zou stoppen ga ik nu een keertje door.

Een ritme tot in de oneindigheid.
Een tromgeroffel vanuit de diepte.

Ik zie je gezicht,
ik heb hem al een paar keer zien vandaag.

Gele ogen met een bruine pruik.
Ik vroeg me af waarom je je verkleed had.
Toen besefte ik me dat ik je maar verzonnen had.

Dingen gaan soms samen of dingen leven naast elkaar.
Soms voor een korte periode en soms te lang.
Als het te lang is merk je het vaak wel.

Ik moet denken aan de vaatwas.
Geen idee waarom.

‘Het zal het het woord vaker te maken
hebben gehad van hiervoor’.

Het brein,
het doet maar wat.

En als je het loslaat is het een wilde hond.

Is de controle zo belangrijk?
Of moet je jezelf lekker laten gaan.

Een stroom kan alleen maar stromen.
Het lijkt me sterk,
maar wie weet heb je hier iets aan.

Laat een reactie achter

Gedicht #182

Een lege vaas stond op tafel.
De orang-oetan begreep er niet veel van
en slingerde door de kamer.

Stoom kwam uit de tuit van de ketel
voor een voor een pot oolong thee.

Door de nevel stond ik voor mij uit te staren.
Te overdenken hoe ik tot dit punt was gekomen.

Ik had gewoon geluk,
was mijn conclusie.

Op mijn skippybal probeerde ik de oolong thee
naar de orang-oetan te brengen.

Dat lukte niet helaas.

Laat een reactie achter

Gedicht #181

Als wilde wulpse dieren,
hoofden tegen elkaar.

Een moment van stilte,
ik kijk je in je mooie ogen aan.
Ik zie ze, kijk er naar.

We gaan verder,
geen laag is ongeremd.

Wilde passie tot het ochtend gloren,
lusten nooit getemd.

Ik zie je in het donker,
ik zie je in het licht.

Een helderend verlangen,
ik ben er voor gezwicht.

We kussen,
tot de nacht weer donker wordt.

En dan zien we wel verder.

Laat een reactie achter

Gedicht #180

Loslaten van iedere spanning in het leven,
Het moment ervaren waardoor het moment ook het moment wordt.

De overgave,
los van de schaamte, de onzekerheid en alles wat je denkt te moeten zijn.

Vrijheid geven aan je eigen jij.
Een overgave aan wie je bent geworden.

Zonder dat je daar ooit werkelijk iets aan kon doen.

Geen gevecht,
je leven mag zo zijn.

Teer en kwetsbaar,
en daarmee de kracht van het sterkste metaal.

Onbuigzaam in je eigen jij.
Vrij om dat te mogen zijn.

En van daaruit weer flexibel.

Laat een reactie achter

Gedicht #179

Aan het eind van mijn verlangen,
er staat een paal.

Tot hier en niet verder maar ik zie een landschap.
Iets in me zegt, ik wil er heen.

Wat heb ik er te zoeken.
Ik ben tenslotte al aan het eind van mijn verlangen.

Maar kan het zo zijn dat de fantasie van het verlangen grenzen maakt?
Dat er uiteindelijk een bol is die rondjes draait
in de uitgestrektheid van oneindigheid?

En dat je meester bent van je fantasie
die het speelveld is van mogelijkheden?

Met je fantasie kun je alles maar ook beperken.
Het is altijd de keuze waarvoor je hem gebruikt.

Laat een reactie achter

Gedicht #178

Het maakt niet zoveel uit,
het leven zal geleefd worden.

Wanneer het je gegeven is,
is er uiteindelijk maar één uitkomst.

Je zal er niet meer zijn.

Aan het einde van de rit zal het voor iedereen hetzelfde zijn.
Je mag doen in je leven wat het gevolg is van wat is geweest.

Je eigen optelsom,
je eigen keuzes.

Je kiest wat voor dat moment in je verlengde staat.
Goed of slecht is moeilijk te bepalen.
Of is er misschien niet eens.

Of je nou top manager bent,
of je oplossing zoekt in de verdoving,
misschien wel slapend onder de brug.
Wie weet ben je met het laatste wel beter af.

Jouw leven is je leven
en dat zal nooit anders zijn.

Laat een reactie achter

Gedicht #177

Toen ik mijn kwetsbaarheid tegen kwam,
of misschien wilde ontmoeten.

Besefte ik dat ik ook een leven heb,
en me niet langer wil verstoppen.

Want wie je beste vriend is in je leven,
is je eigen jij.

En die mag er zijn,
en het is nog leuker om jezelf te leren kennen.
Jezelf de ruimte te geven,
die aan jou gegeven is.

Je kunt maar beter op gelijke voet staan,
met degene met wie je door het leven moet.

Want als je dat kunt doen,
ben je echt vrij.

Laat een reactie achter

Gedicht #176

Een luchtigheid in je cellen,
de stroom van leven krijgt zijn vrijheid in je volledige zijn.

Geen remmingen,
niemand die je niet mag zijn.

Alleen jezelf,
want diegene is alles wie je bent.

De schaamte voorbij.
Je wordt niet geremd door nee, ik ben niet goed genoeg.

Je lichaam ontspant,
omdat je spanning van het vasthouden
aan een waanbeeld is vervlogen.

Hier en nu met alles wie je bent,
is iets waar ik zo lang naar gezocht heb.

En iets in me voelt,
dat ik steeds dichterbij kom.

Laat een reactie achter

Gedicht #175

Je druppelt langzaam uit mijn pen,
de wens om zachte woorden te vormen
op deze mooie ochtend.

Ik hoef niks dus er is tijd.
Tijd voor de romantische aanschouwing der dingen.

Deze ochtend staat voor aandacht voor mezelf.

Op de markt kocht ik volle rode kersen,
bij de bakker abrikozenbrood.

Op mijn mediterraan ogende balkon in de binnenstad,
omgeven door planten en kleurrijke bloemen,
nip ik van mijn koffie en luister ik naar de bellen van de kerk.

Ik adem diep in,
ruik de frisse lucht en adem langzaam uit.

Even hier zijn,
in de heerlijkheid van rust.



Laat een reactie achter