Verder naar bericht

Auteur: admin

Gedicht #165

Fluitenkruid langs de oever,
geen zuchtje wind over het water.

Je bespeelde de mandoline
terwijl we van de zomerdag genoten
op ons geblokte picknickkleed.

We kende elkaar nog maar net,
je ogen twinkelden.

Ik hield van de je hippieachtige uitstraling.
Lang blond haar met een bloemenkrans van madeliefjes.

Misschien een beetje zweverig
maar dromen horen te zweven.

Daar lagen we uren samen,
tussen het fluitenkruid langs de oever.

Laat een reactie achter

Gedicht #164

Ik zag je ooit.
Zonder mezelf te zien.

Het was het leven dacht ik,
totdat ik zag dat niemand er iets aan had.

Ik kan naar je leven
maar dat leven ken je al.

Er is geen reden om te doen alsof.
Want alsof gebeurt nooit echt.

Laat een reactie achter

Gedicht #163

Ik ben verliefd.
Niet op iemand anders.
Nee dit is voor mezelf.

Ik ben verliefd,
niet op mijn spiegelbeeld
maar op wie ik ben.

Want je mag blij zijn met jezelf.
En dat is wat ik ben.

Laat een reactie achter

Gedicht #162

Als reden het van de fantasie wint,
dan zal dat wel een reden hebben.

Tenminste dat hoop ik.
Want haal de reden uit de reden en je heb niets.

En de tijd tikt door.
Tik tok tik tok….

We gaan weer verder!
Reden is gekaderd en fantasie is vrij.

Wat wil je vaker zijn?
Dit is niet eens een gedicht maar misschien toch?
Want alles kan.

Ik zou willen dat ik altijd alles kon.
Of kan.

Maar boeie.

Het kan.

Laat een reactie achter

Gedicht #161

Gaten waren gevuld,
met het cement wat veel te oud was.

Ik keek naar het pand,
ademde de Franse lucht in.

Oudheid met een vleug van de natuur die ik om me heen zag.
Ik had een hoop, een droom.

Nog steeds is hij bij me.
Ik vergeet hem nooit.

Ook niet wanneer ik meer ruïnes om me heen zie.
Ik blijf vast houden aan een tijd die misschien vervlogen is.

Ik weet het niet,
of ook wel.
Want niets vervliegt zolang het in mijn hart bestaat.

Laat een reactie achter

Gedicht #160

Opgeblazen luchtkastelen,
naar de klote door één simpele speldenprik.

Mijn dromen waren anders,
een toegift naar het leven.

Compleet met alles er op eraan,
zoals ze bij de donner tent zeggen waar ik veel te laat bestel.

Een koe op de weg maakt nog niet dat de weg vol staat.
Je kunt er altijd omheen. Maar alleen als je wilt.

Ik heb nog even om de hoek gekeken.
Naar links en rechts maar de steeg was leeg.

Ik ben weer naar binnen gegaan.
Bij het haardvuur vroeg ik me af
of er nu eigenlijk echt iets was gebeurt.

Waarschijnlijk niet.

Laat een reactie achter

Gedicht #159

Ik zat in de knoop.
Maar door me door de lussen
van het verleden te wringen,
heb ik mezelf steeds meer ontwikkeld
waardoor ik mijn toekomst nu
in meer vrijheid kan kiezen.

Laat een reactie achter

Gedicht #158

Vele kilometers achter ons.
Over heuvels, bospaden en door het groen.

Momenten van samenzijn.
Die tijd, die is van ons.

De verheuging van de vroege ochtend
waarop we ieder jaar weer verder gaan
en beginnen aan een nieuwe tocht.

Ik heb je beter leren kennen
in de rust en ruimte van de natuur,
in de spanning van het avontuur.

Langs kabbelende beekjes genieten we van onze broodjes omelet,
door wilde bloemenvelden vinden we onze weg.

Vol verwondering kijken we over wijnvelden,
die groen en goud kleuren in de lage zomerzon.

’s Avonds proosten we met koud bier op onze overwinning
en kijken we uit naar de volgende dag.

Bedankt voor het delen lieve pap.

Laat een reactie achter

Gedicht #157

Een windhoos over het water.
Van kleine rimpeling naar grote golf.
Die toen hij bij de kant aankwam,
voor mijn voeten weer een kleine rimpeling was.

Ik heb op je gewacht,
lang stond ik hier.

Het zout in mijn haar door de zilte wind.
Een traan op mijn wang.

Niet van verdriet
maar door de guurheid van het leven.

Ik zag dolfijnen,
stelde me een zee vol vissen voor
en merkte toen pas dat je naast me stond.

Laat een reactie achter