Verder naar bericht

Gedicht #157

Een windhoos over het water.
Van kleine rimpeling naar grote golf.
Die toen hij bij de kant aankwam,
voor mijn voeten weer een kleine rimpeling was.

Ik heb op je gewacht,
lang stond ik hier.

Het zout in mijn haar door de zilte wind.
Een traan op mijn wang.

Niet van verdriet
maar door de guurheid van het leven.

Ik zag dolfijnen,
stelde me een zee vol vissen voor
en merkte toen pas dat je naast me stond.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *