Verder naar bericht

Gedicht #317

De poort naar het verleden,
open zet door een dwerg met een rode neus.

Er doorheen lopend beland ik op een kermis,
of een circus, een combinatie van allebei.

Een clown laat me een bloem zien op zijn borst,
achter hem zie ik karretje op een kleine achtbaan.

Ik zie een kraam vol suikerspinnen,
gesuikerde appels en zuurstokken.

Iedereen lacht en is blij, vol leven,
vol gezelligheid, vol zin en waardering.
Lekker ouderwets.

En nu dit beeld hier voor me staat,
vraag ik me één ding af:
Wat zegt het over mij?

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *