Verder naar bericht

Gedicht #296

Het heeft geregend in het donker,
het bed stond er droevig bij in de buitenlucht.

Ik lag er in,
het was nat maar bevrijdend.
De warmte en de bescherming van de dekens waren weg,
Het dons had niet meer de zachtheid
die me veilig naar mijn dromen kon brengen.

Maar de rauwheid, de ruwheid deed me leven.
Iets ongewoons.

De hele nacht zat ik op het bed in kleermakerszit
en na een tijdje begon de regen me te beschermen.

Ik moet even weggedoezeld zijn
want toen ik wakker was,
viel de schemer al en begonnen de eerste koeien
weer te loeien.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *