Verder naar bericht

Gedicht #295

De natte aarde,
een zachte stevige bron.

Met mijn handen graai ik in de klei,
even contact met mijn ontstaan.

Een samenzijn van mijn natuur en ik,
de liefde van mijn moeder,
de veiligheid van alles wat ik nodig heb.

Ik sluit mijn ogen en hoor de vogels,
ik ben hier niet alleen.

Mag ik voor altijd delen in de overvloed.
Mag ik voor altijd genieten van wat mijn ogen zien,
mijn oren horen, mijn tong proeft en mijn hart voelt.

Ik ben blij dat ik thuis ben.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *