Verder naar bericht

Gedicht #237

Het tovenaarswoord ‘zijn’
ligt niet bij allen in de mond.

Naast me staat lavendel.
Hij geurt in de veel belovende ochtend zon.

Na het onweer van vannacht
daalt de kalmte weer terug.

De wereld is weer gevoed,
het groen heeft weer zin om te bestaan.

Vogels tjilpen om me heen.
In de eik achter me hoor ik een koolmees.

Vandaag ga ik leuke dingen doen
maar eerst eens even rustig wakker worden
met een kopje koffie.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *