Verder naar bericht

Gedicht #137

Van hoog gevallen
en laag weer opgestaan.

Ik moest het eerst zeker weten
voordat ik verder kon.

De hele weg zag ik voor me,
speels op en neer gaand door het glooiende landschap.

Wanneer het donker werd zette ik mijn tent op
en boven een knisperend kampvuur kookte ik mijn sobere maaltijd.

Vergezeld door de sterren genoot ik van de stilte
en alles om mij heen.

In de natuur met al haar ruimte kon ik mezelf weer voelen
en ervaarde ik de warmte van mijn eigen bestaan.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *