Verder naar bericht

Gedicht #109

Het was in de nacht van duizend fonkelende regens,
toen ik je terug vond in de koude stille stad.

Vanaf bevroren rode daken staarde je naar boven,
zonder maar een woord te zeggen.

Het leek alsof je stond te wachten.
Een antwoord aan het zoeken was,
in de sterren die al lang vergeten waren.

Ik heb een tijd naast je gestaan.
In de stilte voelde ik de ruimte.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *