Verder naar bericht

Auteur: admin

Gedicht #192

De hoogtij dagen waren voorbij.
Het gouden spinnenwiel stond in de kast te wachten
tot het onherkenbaar zou worden door een dikke laag stof.

Vergetelheid en vergane glorie,
de angst van ieder ego.

Terwijl buiten de zwaarden het lied van de gesneuvelden zongen,
keek ik vanuit mijn toren dromerig voor mij uit.

De strijd van de wereld was niet de mijne
en verlangend keek ik naar het landschap dat voor me lag.

Glooiende heuvels in de rust van de natuur.
Ooit, ooit laat ik alles achter me en trek ik de wijde wereld in
met alleen wat ik echt nodig heb.

Ooit.

Laat een reactie achter

Gedicht #191

Volle woorden die reiken naar het hart.
Een zin omringt met de gouden gloed van de late avondzon.

Romantiek die zachtheid brengt
aan de scherpe randen van het leven.

Mijn gezicht ontspannen.
De pen die over het papier gaat,
zonder dat ik weet waarheen.

Fantasie die de vrijheid krijgt
en meedrijft met de stroom.

Langs de oever bloeien bloemen.
Met een tevreden glimlach kijk ik ernaar
en geniet ik van de dag.

Laat een reactie achter

Gedicht #190

Zin!
Zin in alles, zin in de dag.

Mijn lichaam tintelt,
vol verrukking er te mogen zijn.

Een waterval van genoegen overspoelt me
als ik denk aan wat de dag gaat brengen.

Yoga, markt, heerlijk parkhangen
en als afsluiter een bbq.

Het lijkt misschien niet veel
maar als je zin hebt,
zin hebt in de dag,
dan worden kleine dingen groot.

En kan je bij het slapengaan niet wachten
tot het weer morgen wordt.

Laat een reactie achter

Gedicht #188

Ooit kwam je als de zon.
Een warmte overviel me
en voelde als een zachte deken
van fluffy dons.

Toen je weg was voelde ik
alsof ik in een lege kamer stond,
met alleen een tafel, een stoel en een hard matras.

Ja eenzaamheid voelt als een gevangenis.
Maar wanneer je wilt,
kun je eenzaamheid een raam geven
en kun je naar buiten kijken.

Zodra je verlangen de kracht vind
om daar ook te lopen,
besef je na een tijdje dat die muren er nooit waren.
Ook al voelde dat wel even zo.

Laat een reactie achter

Gedicht #187

Je vond me strontvervelend.
Ik moest daardoor lachen in je gezicht.

Dat hielp niet mee aan een betere relatie.
Maar toch vond ik het leuk.

Laat een reactie achter

Gedicht #186

Rust in mijn hoofd,
rust in mijn hart,
mijn lichaam is ontspannen.

Een verzachting,
een verademing
en een ontlading.

Er is weer ruimte

dus ik kan weer zijn.

Laat een reactie achter

Gedicht #185

De diepte,
hoe langer ik graaf,
raak ik een keer uitgeput?

Hoe langer ik graaf,
naar een essentie van mijn eigen bestaan,
hoe meer ik het landschap om me heen vergeet.

Hoe langer ik graaf,
hoe dieper de put.

En wat heb ik uiteindelijk in die put te zoeken?

Ik moet soms naar de oppervlakte gaan,
om de rest niet te vergeten.

Wat heb ik aan een hartsteen
als ik zijn schoonheid niet kan delen.

In de zoektocht naar mijzelf,
ben ik niet de enige.

En ik kan maar beter niet alleen zijn.

Laat een reactie achter

Gedicht #184

De zon komt op,
de zon gaat onder.

Ik kijk uit het raam,
mijn hoofd steunend op mijn handen.

Ik zie ze voorbij gaan,
de dagen.

De een is nog niet voorbij,
of de ander staat al om de hoek.

Ze kunnen soms enorm vervelen,
of ze kunnen soms heel leuk zijn.

Maar dat komt en dat gaat.
Net als die zon.

Die toch altijd aan het hemel staat.

Laat een reactie achter