Verder naar bericht

Gedicht #354

Getrapt op mijn tenen,
over me heen gewalst
als een stoomboot en locomotief.

Het neemt me mee naar groene landen,
een landschap van groene dennenbomen,
grijze lucht en regen.

Een beetje treurig maar ook warm,
harde rotsen, zachte naalden
koude regen, zachte wolken.

Het één zit in het ander verweven
en kan niet zonder elkaar bestaan.

Dus wanneer iemand me rot laat voelen,
hard doet,
mag ik zacht zijn,
naar mezelf.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *