Verder naar bericht

Gedicht #326

Ik trek de kar, over de zandweg door het bos,
die me leidt langs mooie grote beuken met groene kronen.

In het zand ligt al een spoor, dat is makkelijk,
dat maakt het trekken niet zo zwaar.

Op mijn kar ligt mijn koopwaar.
Trots verzameld totdat het goed voelde
om als een reizende handelaar
de wereld in te trekken.

Ik fluit terwijl ik loop, de vogels fluiten mee.
Ik voel me vrij en ik heb zin om alles mee te maken.

Opgewekt kijk ik uit naar mijn volgende doel.
Het dorp dat even verder ligt,
waar ik enthousiast wat handelswaar kan verkopen
en wat mensen blij kan maken.

Daarna ga ik naar de dorpse bakker
en trakteer ik mezelf op een heerlijk brood
met boter en jam.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *