Verder naar bericht

Gedicht #319

De wind waait langs mijn oren
en daarom hoorde ik je niet.

Het gazon lag er mooi bij
zo in de vroege ochtend.
Kort gewiekt met kleine druppeltjes dauw,
die fonkelden in de morgenstralen van de zon.

Een konijn huppelde er vrolijk op los
en probeerde vrienden te maken met wat vlinders
die in de stilte opzoek waren
naar de zoete nectar van een bloem.

Kruid kwam uit mijn oren,
de herinnering van slot Loevestein
samen met mijn ouders op een leuke dag.

Het kost me moeite je echt aan te raken,
je echt ruimte te geven
maar ik doe het lekker toch.
Want jij,
jij die bent van mij.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *