Verder naar bericht

Gedicht #303

Een droom,
een beeld van ons tweeën,
gevangen op de maan.

Een rolmops in de hand,
niet van plan om hem op te gaan eten
maar om hem te laten stinken
tot het einde der tijden.

Een eiland,
het strand, de palmen,
het kalme geluid van het zuchten
van de zee.

De dominee at niet mee,
hij was niet uitgenodigd,
omdat niemand meer wou luisteren
naar zijn eindeloze verhalen over god.

Dus hij zat alleen
en dronk het bloed van Jezus,
op de meeste avonden net iets teveel.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *