Verder naar bericht

Gedicht #284

Op wegen nooit begaan,
het onkruid staat langs de kanten
maar het maakt de sfeer mooi wild.

Ik adem de lucht in,
hij voelt vochtig en ruikt groen.

Ik kijk naar beneden
en zie dat ik op blote voeten loop.

Het pad bestaat uit kleine steentjes
en over het pad stroomt een klein laagje water.

Als ik voor me kijk zie ik mist,
dat van achter belicht wordt door de zon.

Overal om me heen hoor ik vogels, krekels
en ik voel het leven om me heen,
ik voel het leven in me.

Zo dichtbij,
zo dichtbij alles voel ik me veilig
en tegelijk ook sprankelend.

Ik loop naar voren
want ik ben nieuwsgierig naar de mist.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *