Verder naar bericht

Gedicht #282

Je wil er zijn,
niet achter gesloten deuren
maar in het volle licht.

De stoepranden uit mijn jeugd
waar ik over liep
en waar ik niet vanaf mocht stappen,
anders was ik af.

Het onkruid tussen de stoeptegels
waar ik altijd van dichtbij naar keek
en soms urenlang bestudeerde.

De muur van de kerk
waar ik altijd tegenaan tenniste.
De bal moest ik vaak zoeken
in het struikgewas.

Vroeger keek ik toch met andere ogen
en gebruikte ik de dingen
niet persé waarvoor ze bedoeld waren,
maar voor hoe ik ze zag.


Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *