Verder naar bericht

Gedicht #277

Een verwondering in de kleinste zin,
koning drietand roert met zijn drietand in de oceaan
tot de draaikolk verschijnt.

Verzwolgen zijn de schepen
toen de zon scheen en er geen vuiltje aan de lucht was.

De meeuw kwam op mijn schouder zitten
terwijl ik met een telescoop naar een onbewoond eiland tuurde.

Eindelijk land,
witte stranden en groene palmen.

Ik ben benieuwd wat het nieuwe land beloofd.
Ik zie bronnen met heldere stroompjes water
wanneer ik fantaseer.
Groepen rode ara’s vliegen over mijn hoofd
en de wereld mag in rust verkend worden.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *