Met één oog kijk ik je aan.
ik heb mijn ooglapje net afgedaan
en jij wilt niet terugkijken.
De diarree die tussen onze billen loopt,
gaat stinken.
Daar komt een verhaal, aan de andere kant
moet je nog even wachten.
De wind waait door mijn haren,
op de pier aan het einde van de wereld.
Ik heb je gezien toen ik in de spiegel keek.
Je deed me denken aan vroeger,
aan thuis.
De gang waar ik vroeger steeds doorheen liep,
de deur uit, naar buiten.
Laat als eerste een reactie achter