Verder naar bericht

Gedicht #269

Met hand en tand verdedigd,
het eiland met de zwarte schapen.

Schatten, verborgen in de vergetelheid
omdat ze meer zijn dan normaal.

Maar iedereen is meer,
en iedereen is minder.

De dolfijn kwettert vanuit de water,
hij staat er los van, hij doet niet mee.

Zijn onbezonnenheid behouden,
de speelsheid tegemoet.

Want wie golven ziet, moet surfen.
De kracht van het water waarop je de zee doorglijd
en je geniet omdat je alles even vergeet.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *