Verder naar bericht

Gedicht #214

Door mist omgeven,
ik kijk om me heen.

Langs me zwemmen vissen,
in het moeras waar ik sta.

Te lang heb ik losgelaten,
te lang stil gestaan
en dan zink je.

De adelaar,
ik pak je poten vast
en vlieg een stuk met je mee
tot ik op het droge ben.

Daar pluk ik een bloem voor je.
Ik geef hem aan je
en ik kijk recht in je ogen.

Ik zie je,
ik omarm je.

Dank je,
we gaan samen verder,
lopend naast elkaar,
in rust en liefde.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *