Verder naar bericht

Gedicht #119

De boekenkasten zijn nog onaangeroerd.
In de vele vertrekken heerst een stilte.
Het paleis is nog in diepe slaap.

Straks worden de vuren weer opgestookt,
broden weer gebakken en een grote pan pap weer doorgeroerd.

Bedienden zullen als eerste wakker zijn,
aankloppen op de kamer deur en de gordijnen opentrekken.

De prinses zal wakker worden,
zich uitrekken en met een diepe inademing de frisse lente lucht ruiken
die spelend met de klanken van kwetterende vogels
kalm door de opengeslagen balkondeuren naar binnen stroomt.

Het licht dat zacht naar binnen valt,
luidt de nieuwe dag weer in.




Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *