Verder naar bericht

Gedicht #100

In het paleis van mijn verlangen zijn de torens rond
en de zalen groot.

Het is een luchtkasteel
en het thuis van al mijn dromen.

Hoog tussen de wolken
waar de zon altijd schijnt.

En als ik er wil komen,
moet ik eerst een zaadje planten en hem goed verzorgen.

Dan groeit de bonenstaak die naar mijn dromen reikt.

Met mijn ogen dicht graai ik in de juten zak
en kies met gevoel het zaadje dat het beste past.

Ik ben weer even water geven.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *