Verder naar bericht

Gedicht #333

De tijd was vervlogen,
de hamster had te lang in het rad gerend
zonder echt vooruit te komen.
En nu was hij moe.

Het kwam zoals hij nooit verwacht had.
In goud met een pimpelpaars randje.
Het was een cadeau.

Blij keek hij naar het pakje.
Hij maakte het open en zag tot zijn grote verbazing,
een vrouwtjes hamster.
Gezellig, dacht hij.

Hij vroeg haar hoe het ging.
Goed, zei ze.

Het was vreemd maar toen hij hoorde dat iemand zich goed voelde,
voelde hij zich ook ineens een stuk beter.

Een zachtheid overviel hem,
een rust daalde in.

Hij keek naar het rad en begreep hem niet niet meer.
Samen gooide ze het rad uit de kooi
en ze leefden nog lang en gelukkig.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *