Verder naar bericht

Gedicht #280

Geboren uit de mooiste nacht,
met tromgeroffel ontvangen
toen de sterren schenen
en de rest van de wereld nog sliep.

Maar jij was hier,
gekleurd in een lang gewaad,
puik haar en een clownsneus.

‘Druk eens op mijn neus’, zei je.
Ik deed het.
‘Toet.’
Je was de enige die er om moest lachen.

Het schip was inmiddels verloren gegaan
in de branding van de zee.
Het bleke licht van de sterren verlichtte de contouren
van de palmen op het strand.

Ik snoof de zilte lucht in.
Dit gaat wat worden dacht ik
Dit gaat wat worden.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *