Verder naar bericht

Gedicht #261

Gedoofd, aan het einde van een heel lang leven.
Het vuur was op, de kast is leeg.

Ik staar naar een hoopje spullen
wat ooit het leven was van een persoon.

Een verzameling overblijfselen,
een herinnering waarvan alleen de persoon die ze achter heeft gelaten
nog wist wat hun waarde was.

Leeg, zoals hij was gekomen is hij ook gegaan.
De bedompte kamer wordt nu voor iemand anders.

Een zo eindig je dan,
tussen vier muren die je afslijten van al dat mooie groen.

De wildernis vol avonturen, hij was ze vergeten,
simpelweg omdat hij ze niet meer zag.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *