Verder naar bericht

Gedicht #192

De hoogtij dagen waren voorbij.
Het gouden spinnenwiel stond in de kast te wachten
tot het onherkenbaar zou worden door een dikke laag stof.

Vergetelheid en vergane glorie,
de angst van ieder ego.

Terwijl buiten de zwaarden het lied van de gesneuvelden zongen,
keek ik vanuit mijn toren dromerig voor mij uit.

De strijd van de wereld was niet de mijne
en verlangend keek ik naar het landschap dat voor me lag.

Glooiende heuvels in de rust van de natuur.
Ooit, ooit laat ik alles achter me en trek ik de wijde wereld in
met alleen wat ik echt nodig heb.

Ooit.

Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *