Gaten waren gevuld,
met het cement wat veel te oud was.
Ik keek naar het pand,
ademde de Franse lucht in.
Oudheid met een vleug van de natuur die ik om me heen zag.
Ik had een hoop, een droom.
Nog steeds is hij bij me.
Ik vergeet hem nooit.
Ook niet wanneer ik meer ruïnes om me heen zie.
Ik blijf vast houden aan een tijd die misschien vervlogen is.
Ik weet het niet,
of ook wel.
Want niets vervliegt zolang het in mijn hart bestaat.
Laat als eerste een reactie achter