Morgen zal het beter zijn,
waren de zalvende woorden die door mijn hoofd heen gingen.
Ik heb mijn vingers in mijn oren gestopt
en heel hard LALALALA geroepen.
Aan goede raad heb ik niks,
vooral niet als het van mezelf komt.
Ik ben naar buiten gerend.
De kermis was al maanden weg
maar in mijn fantasie stond hij er nog steeds.
Ik ben in de botsauto’s gaan zitten.
De mensen keken me raar aan.
Daarna heb ik een kroket uit de muur getrokken.
Dat wou ik graag.
Laat als eerste een reactie achter