Verder naar bericht

Gedicht #195

De dichter,
met het rijp op zijn tong,
zingt mooie woorden tot het ochtendgloren.

Wie niet naar hem wilt luisteren,
ontvlucht het ochtendgloren,
voor het te laat is.

Wie zich laat verleiden tot zijn zoete woorden,
zoete woorden komend vanuit de ziel.

Niet verzonnen maar ontstaan,
in de gewildheid er te mogen zijn.

Herkend misschien een beetje van zijn eigen ziel.


Laat als eerste een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *